Home » MedTech » “De impact van de vergrijzing zal enorm zijn. Zonder technologische innovatie redden we het niet”
Medische Innovatie

“De impact van de vergrijzing zal enorm zijn. Zonder technologische innovatie redden we het niet”

Marnix Denys, managing director bij beMedTech.
Marnix Denys, managing director bij beMedTech.
Marnix Denys, managing director bij beMedTech.

In België staat de technologische innovatie in de zorg op een heel hoog peil. De implementatie daarvan loopt echter mijlenver achter. “Dat heeft voornamelijk te maken met het achterhaalde financieringssysteem van onze zorg”, verduidelijkt Marnix Denys, managing director bij beMedTech.

Tekst: Joris Hendrickx – foto’s: Kris Van Exel

Welke impact zal de vergrijzing hebben op onze gezondheidszorg?

“De impact zal enorm zijn, maar dat beseffen we nog te weinig. We hebben vandaag 2,2 miljoen 65-plussers. In 2030 zullen dat er 2,9 miljoen zijn. De groep van zorgbehoevenden wordt dus groter. Daartegenover staat een kleinere groep mensen die beschikbaar is op de arbeidsmarkt en die deze sterk groeiende groep van gepensioneerden zal moeten financieren.”

“De zorgnoden en de bijhorende kosten nemen toe, terwijl de middelen beperkt zijn en de mankracht daalt. Het spreekt voor zich dat die situatie met het huidige zorgsysteem niet houdbaar is. Onze zorgverleners vergrijzen zelf ook en gaan dus ook massaal met pensioen. Om hen te vervangen, wordt nu al een beroep gedaan op buitenlandse krachten.”

“De druk op het zorgbudget én op de beschikbare manschappen in de zorg zal blijven toenemen. Het is noodzakelijk om nu bij te sturen, zodat onze gezondheidszorg ook in de toekomst van hoge kwaliteit is en toegankelijk blijft.”

Hoe kan technologie daar een antwoord op bieden?

Marnix Denys, managing director bij beMedTech.
Marnix Denys, managing director bij beMedTech.

“Ofwel zullen de belastingen moeten stijgen, ofwel zullen we inderdaad een nieuw slim systeem moeten zoeken waarmee we met de beschikbare financiële middelen minstens dezelfde kwalitatieve zorg kunnen blijven bieden aan een groeiende groep van mensen. Technologie zal in dat kader geen jobs wegnemen, maar een hulp zijn voor het teveel aan werk dat er is. Vooral de procesmatige taken zullen worden overgenomen door technologie, terwijl op andere vlakken het menselijke aspect cruciaal blijft.”

“Zorgverleners zullen zich zo net op een meer empathische en menselijke manier kunnen bezighouden met hun patiënten, terwijl daar nu vaak weinig tijd voor is.”

Wat is hiervoor nodig?

“Om dit allemaal mogelijk te maken, zou er uiteraard ook een discussie op gang moeten komen over het huidige volumegedreven financieringssysteem in de zorg. Het systeem is nu geschroefd op het vergoeden van handelingen, ongeacht of deze handelingen echt noodzakelijk zijn en of ze gezondheidswinst voor de patiënt opleveren.”

“We hebben nood aan een systeem dat erop gericht is om de mensen gezond te houden, in plaats van hen beter te maken wanneer ze ziek zijn. De financiering zou met andere woorden meer moeten afhangen van de kwaliteit van de geleverde zorg, en in mindere mate van het volume. De zesde staatshervorming helpt wat dat betreft niet, want preventie is vandaag een verantwoordelijkheid van de gemeenschappen, terwijl de opbrengsten van het minder belasten van het zorgsysteem voor het federale niveau zijn. De incentive voor de gemeenschappen om te investeren ontbreekt dus.”

Waar wringt het schoentje daarnaast nog?

“Vandaag is er bij bepaalde zorgverleners nog een sterke weerstand tegen technologie in het algemeen. Om deze weerstand te doorbreken, betaalt het RIZIV een vergoeding aan de huisarts.”

“Gelukkig zien meer en meer huisartsen zelf in dat technologie hen toelaat om hun patiënten beter en efficiënter te kunnen helpen. Binnen het RIZIV hebben we jaren gepraat over teleconsultaties, waarbij een patiënt via de telefoon of een videogesprek zijn symptomen beschrijft en de arts verdere vragen kan stellen. Dat werd echter steeds tegengehouden. Corona heeft er echter voor gezorgd dat dat plots wél op drie dagen tijd kon worden geregeld met het RIZIV, met een vast bedrag per teleconsultatie. Het was dus geen kwestie van niet kunnen, maar van een gebrek aan prioriterisering van de nodige hervormingen.”

“Zo zijn er nog veel voorbeelden waar het inzetten van technologie maar moeilijk geïmplementeerd geraakt, terwijl het wezenlijk zou kunnen bijdragen aan het verduurzamen van onze zorg.”

Hoe kan een nieuw systeem van honoraria onze ziekenhuizen efficiënter maken?

“Vandaag gebeuren er heel wat ingrepen in het ziekenhuis die zijn gekoppeld aan een overnachting, terwijl de zorgverstrekker, de specialist én de patiënt het erover eens zijn dat dat ook perfect kan met een daghospitalisatie. De enige reden dat die overnachting moet, is omdat het ziekenhuis met een daghospitalisatie geen vergoeding krijgt voor de handeling.”

“Een typisch voorbeeld is het plaatsen of vervangen van een pacemaker. Vroeger was dat een complexe ingreep, vandaag zou een daghospitalisatie moeten volstaan. We moeten af van het denken in budgettaire silo’s. Het is belangrijk om steeds naar het totaalplaatje te kijken, door bij elke beslissing de kost en therapeutische waarde door het ganse zorgtraject heen voor ogen te houden. Dat is wat wij waardegedreven zorg noemen. Het maximaal inzetten van de mogelijkheden van medische technologieën kan hier sterk toe bijdragen.”

Wat zou een shift naar kwaliteitsgerichte incentives kunnen opleveren?

“Ik zal dit staven aan de hand van een voorbeeld uit onze wondverzorging. Deze is sterk geëvolueerd, waardoor er vandaag actieve wondverbanden bestaan die de vochtigheidsgraad van de wonde op peil houden, zodat die sneller kan genezen.”

“Zo’n verbanden zijn uiteraard duurder dan een gaas met een pleister. Ziekenhuizen krijgen vandaag echter een vast budget voor wondverzorging, waardoor ze niet geneigd zijn om de investeren in nieuwe technologieën waarbij de patiënt nog slechts wekelijks in plaats van dagelijks een wondverpleegkundige moet laten komen.”

“Hier zou men dus beter kijken naar het hele traject van de patiënt, van het moment van de opname tot het moment dat deze genezen is. Het voordeel van het rekening houden met de kwaliteitscomponent is dat het ook de aankoopbeslissingen van ziekenhuizen en zorgverstrekkers zal sturen richting meer innovatie. Bij wondzorg zou dan een incentive kunnen worden gegeven aan het ziekenhuis indien de patiënt bijvoorbeeld binnen de drie weken terug aan de slag kan op zijn werk. Zo’n link tussen financiering en kwaliteit zou de zorg bovendien sneller, beter en efficiënter maken.”

Next article