Je hebt het lichaam en je hebt de geest. Die zijn gescheiden. Dat zie je als iemand doodgaat en het lichaam ontzield achterblijft. Het onderscheid vind je terug in de zorg: de meeste artsen gaan over het lichaam, terwijl de geest het domein van psychiaters en psychologen is. “Toch zouden we beter moeten weten”, vertelt Marc Geenen, communicatieadviseur van huisartsenvereniging Domus Medica.
“Met alle respect voor gelovige mensen: de neurologie leert dat er tot bewijs van het tegendeel niets is wat we waarnemen, voelen, denken of doen, dat niet in de hersenen zit. Dat wat we ‘geest’ noemen, is de resultante van chemo-elektrische breinprocessen, waarvan sommige met moderne technologie zichtbaar kunnen worden gemaakt. Gaan we dood, dan doet onze geest dat dus ook. Dit inzicht houdt overigens niet in dat alle mentale problemen uit het brein stammen. Een mentaal trauma – bijvoorbeeld door terreur – heeft een externe oorzaak, maar die oorzaak verandert op haar beurt het brein en het is díe (lichamelijke) averij die de PTSS-symptomen oplevert.”
Muur tussen lichaam en geest
“Er is veel onderzoek verricht naar interacties tussen het brein en de overige organen. Iedereen weet dat een depressie patiënten ook lichamelijk afmat, of dat kanker meestal ongelukkig maakt. Die samenhang is maar logisch, als de ‘geest’ onverkort deel uitmaakt van het lichaam en alle mentale aandoeningen in wezen lichamelijk zijn. Mocht ‘hersengerelateerd’ niet zo lastig bekken, dan zou het een beter woord zijn dan ‘mentaal’ of ‘geestelijk’.”
“Het besef dat de muur tussen lichaam en geest op een hersenspinsel is gebouwd, is nog lang niet algemeen. Mensen praten even gemakkelijk over hun gezondheidskwaaltjes als over het weer, behalve als het in hun bovenkamer onweert. Hoewel geestesziekten net zo’n hoog pechgehalte verdienen als mensen met een verstuikte enkel, vormen ze nog steeds een taboe.”
Hoewel geestesziekten net zo’n hoog pechgehalte verdienen als mensen met een verstuikte enkel, vormen ze nog steeds een taboe. De vrees om voor gek versleten te worden, verlamt en isoleert.
“De vrees om voor gek versleten te worden, verlamt en isoleert. Mochten we met mentale klachten net zo goed op spreekuur gaan als met een keelontsteking, dan zouden we ze vroeger kunnen aanpakken.”
Belang van de eerstelijnszorg
“Hoewel de opleiding geneeskunde meer aandacht moet geven aan mentale problemen, zijn huisartsen ook op dat gebied vaak het eerste aanspreekpunt. Mensen vinden huisartsen goedkoper en makkelijker bereikbaar dan psychologen en psychiaters, en vaak is er al een vertrouwensband. Maar ook vanuit het inzicht dat lichaam en geest één zijn, is het logisch dat huisartsen in de eerste lijn staan, of mensen nu een probleem met hun hersenen hebben of met een ander orgaan. Verder zijn huisartsen goed geplaatst om verbanden tussen ‘somatische’ en ‘psychische’ aspecten te leggen.”
Oorzaken en behandelingen
“Maar bovenal kunnen huisartsen helpen het taboe af te breken. Als mensen angsten, zelfmoordgedachten, verslavingen of andere geestelijke problemen hebben, dan is er altijd iets loos met hun brein, ook al kan de eerste oorzaak buitenaf liggen. Dat moeten we ook met zoveel woorden zeggen. Voor patiënten kan het immers een hemelsbreed verschil maken te beseffen dat ze zich niet hoeven te schamen.”
“Veel hersengerelateerde klachten kunnen worden behandeld met medicijnen, psychotherapie, een ingreep (elektroshocks, TMS, chirurgie…) of een combinatie van strategieën. Wat nooit helpt, is culpabiliseren. Elke patiënt die een psychisch probleem bij de huisarts aankaart, moet worden geprezen voor zoveel lef, en duidelijk worden gemaakt dat zijn of haar mentaal probleem net zo lichamelijk is als kiespijn of een keelontsteking.”