Home » Medische Innovatie » “Om grenzen te verleggen, hebben artsen, academici en bedrijven elkaar nodig”
Innovatie

“Om grenzen te verleggen, hebben artsen, academici en bedrijven elkaar nodig”

Met hun Partnerschip Event ‘Shaping Healthcare for tomorrow’ hebben Janssen, het Universitair Ziekenhuis Gent en de Universiteit Gent hun unieke samenwerking in de kijker gezet. Door intens kennis en expertise uit te wisselen en talent te stimuleren, brengen deze spelers innovaties sneller tot bij de patiënt en bouwen ze mee aan een sterk gezondheidsecosysteem voor de toekomst.

Door de vele biofarmaceutische bedrijven zoals Janssen, en de aanwezigheid van de volledige biofarmaceutische waardeketen in ons land, wordt België beschouwd als de pharma valley waarin elke speler zijn unieke rol speelt. Dit maakt ons land tot een innovatiehub, onder meer door de aanwezigheid van veel (buitenlands) talent en een hoge investeringsgraad in onderzoek en ontwikkeling. Om die rol te blijven spelen én om in te zetten op vernieuwing ontstaan er in de gezondheidssector partnerschappen tussen publieke en private spelers.

Bruggenbouwer

Ook Janssen heeft al meerdere jaren duurzame relaties met onder meer ziekenhuizen en universiteiten. Jan van der Goten, Hoofd Janssen Campus en Strategische Partnerschappen, beklemtoonde tijdens het congres hoe belangrijk die zijn. “Janssen fungeert als een bruggenbouwer. Onze doelstelling is om in de toekomst een innovatiecentrum te zijn en te blijven door te zoeken naar nieuwe oplossingen voor bestaande, maar nog steeds onbeantwoorde medische behoeften, en zo innovatie sneller tot bij de patiënt te brengen. Om tot de beste resultaten te komen en grenzen te verleggen, hebben ziekenhuizen, artsen, onderzoekers en academici elkaar nodig. Geen enkel bedrijf, organisatie, stad of regio kan immers alles doen. Strategische partnerschappen uitbouwen is essentieel om een leidende rol in de EU en wereldwijd te blijven spelen.”

“Het partnerschap past in onze ambitie om – in het domein waarin Janssen actief is – tot de absolute wereldtop te behoren.”

Rik Van de Walle, Rector Universiteit Gent
Betekenisvol verschil

Ook Rik Van de Walle, rector van de UGent, beklemtoonde hoe belangrijk kennisdeling en ervaringsuitwisseling tussen de academische wereld en het bedrijfsleven is. “Als universiteit moeten we de vrijheid hebben om met bedrijven, zoals Janssen, samen te werken want die samenwerking is essentieel. Ze geeft ons de kans om kennis en talent uit te wisselen én past in onze ambitie om – in het domein waarin Janssen actief is – samen te werken aan de noden van de toekomst en om tot de absolute wereldtop te behoren. Als universiteit verleggen we dagelijks technologiegrenzen die we samen met industriële partners zoals Janssen bijvoorbeeld vertalen naar state-of-the-art productiesystemen om nieuwe klassen van geneesmiddelen te kunnen maken, maar ook om deze op maat van de patiënt te produceren en betaalbaar te houden. Door het partnerschap met Janssen krijgen hierdoor zowel studenten als onderzoekers uit beide organisaties toegang tot state-of-the-art apparatuur. Zo kunnen we een talentenpool samenstellen die een betekenisvol verschil kan betekenen voor de patiënt en samenleving.

“Nieuwe technieken, zoals AI en datawetenschappen, zijn nodig om vroegtijdige opsporing van ziekten te doen.”

Eric Mortier, gedelegeerd bestuurder van UZ Gent.
Dataverzameling

Ook Eric Mortier, gedelegeerd bestuurder van het UZ Gent, wees op het belang van een sterk ecosysteem in de gezondheidszorg om de medische uitdagingen van morgen het hoofd te bieden. “We hebben een gemeenschappelijke visie op de toekomst nodig. Er zijn vele uitdagingen: gepersonaliseerde zorg, betaalbare geneeskunde, datawetenschappen, Artificiële Intelligentie (AI) … Door onze expertise uit te wisselen, kunnen we ontwikkelingen in een stroomversnelling brengen. Nieuwe technieken zoals AI zijn nodig om vroegtijdige opsporing van ziekten te doen, nog voor er symptomen zichtbaar zijn. Het wordt dus nog belangrijker om data te verzamelen van patiënten wereldwijd, zodat analyses van (complexe en/of zeldzame) ziektes makkelijker worden en er oplossingen kunnen gezocht worden.”

Drie voorbeelden van concrete samenwerking

1. CAR-T-therapie: Janssen, UZ Gent en UGent.

Voor de productie en levering van CAR-T-therapie voor de behandeling van kanker bouwt Janssen Pharmaceutica NV, in samenwerking met Legend Biotech, zijn eerste Europese productiecentrum in Gent. De beslissing om het centrum in ons land te bouwen, getuigt van het unieke life sciences-ecosysteem. Dat staat wereldwijd hoog aangeschreven en is een gevolg van de verzamelde expertise op het gebied van wetenschap en productie, lokale kennis, infrastructuur en talent.

CAR-T-celtherapie is een gepersonaliseerde, therapeutische behandeling die gebaseerd is op het verzamelen van de eigen bloedcellen van de patiënt. De eigen afweercellen worden als het ware ‘geprogrammeerd’ om kankercellen te herkennen en ze aan te vallen wanneer ze opnieuw in het lichaam terechtkomen. De ontwikkeling en productie van therapieën zoals deze vereisen innovatiekracht en samenwerking tussen industriële en academische partners, samen met de overheden. Met deze gepersonaliseerde aanpak hopen de partners op termijn meer patiënten te helpen om bepaalde types van kanker te overwinnen.

2. CESPE Innovation Accelerator: Janssen en UGent

Het Centre of Excellence for Sustainable Pharmaceutical Engineering & Manufacturing (CESPE), dat een plek krijgt op het Tech Lane Ghent Science Park in Zwijnaarde, moet een innovatiehub worden voor de productie van de geneesmiddelen van morgen. “Het wordt een innovatieversneller waar de hele productieketen van medicijnen, van ontwikkeling tot de bevoorrading op de markt, onder de loep wordt genomen om de keten te verbeteren. Daarvoor wil het een beroep doen op procesontwikkeling, big data, AI, automatisatie en robotisering, energie-efficiëntie… en de juiste profielen opleiden”, zegt directeur professor Thomas De Beer. “Daarom starten we vanaf het academiejaar 2022-2023 met een master in pharmaceutical engineering.”

Het centrum zal 3.300 vierkante meter aan laboratoria, pilootruimtes en kantoren bevatten. Paradepaardje wordt een lab dat toelaat om experimenten uit te voeren om geneesmiddelen sneller te produceren. “Vroeger werden veel geneesmiddelen in grote hoeveelheden gemaakt. Door de komst van gepersonaliseerde geneeskunde worden de pillen meer afgestemd op de patiënt. Daar zijn nieuwe technologieën voor nodig die in de innovatiehub onderzocht worden.”

3. Hiv-reservoir: Janssen, UGent en UZ Gent

Linos Vandekerckhove, hoofd van het hiv-referentiecentrum en het HIV Cure Research Center van het UZ Gent, deed in 2016 een baanbrekende ontdekking in de richting van hiv-genezing. “Het virus wordt in 95 procent van de gevallen onderdrukt, maar de patiënt is nooit genezen. Als iemand stopt met therapie, komt het virus terug. Er moest dus ergens een plaats zijn in het lichaam waar het zich ‘verstopt’ (HIV-reservoir). Daar gingen we naar op zoek via een intensieve klinische studie.”

In 2017 startte het UZ Gent, samen met Janssen, UGent en met de steun van Vlaio, een onderzoek bij 11 patiënten. “We haalden immuuncellen uit het lichaam, analyseerden hun ‘barcode’ en stopten de therapie – na overleg – bij de proefpatiënten. Als het virus opflakkerde, kon het team aan de hand van de code zien waar het gezeten had. We weten al dat het virus op veel plekken kan zitten, in verschillende cellen en organen. Het UZ Gent ontdekte dat het virus in al deze verschillende organen van een persoon verantwoordelijk kan zijn voor de virusopstoot. Daardoor weten we dat we het virus globaal moeten aanpakken, door bijvoorbeeld het gebruik van immunotherapie met antilichamen of CAR-T-cellen.”

Next article