Home » Leven Met Kanker » “Preventie en follow-up moeten het risico op secundaire kankers beperken”
Kanker

“Preventie en follow-up moeten het risico op secundaire kankers beperken”

Didier Vander Steichel, algemeen directeur Stichting tegen Kanker.

Het aantal kankerpatiënten dat genezen verklaard wordt, is de afgelopen jaren spectaculair gestegen. Dat stemt Didier Vander Steichel, algemeen directeur van Stichting tegen Kanker, zeer hoopvol. Maar tegelijkertijd waarschuwt hij ook voor een opvallende paradox: wie kanker overleeft, loopt namelijk een risico op laattijdige neveneffecten van de oorspronkelijke behandeling. Daarom zijn preventie en een goede opvolging van overlevende patiënten cruciaal.

Eerst en vooral het goede nieuws. De overlevings- en genezingskansen van kankerpatiënten stijgen. De groep van kankerpatiënten die de ziekte tien jaar na de oorspronkelijke diagnose overleeft, is enorm toegenomen.

In de jaren 1975-1979 overleefde 42% van de patiënten de ziekte tien jaar na de diagnose. In 2006 ging het al om 64 %, een stijging van meer dan 20%. Bij de mensen die de ziekte langer dan vijftien jaar overleven, doet zich eenzelfde evolutie voor. Het is dus duidelijk dat ex-kankerpatiënten de ziekte steeds langer overleven en dat is een zeer positief gegeven.

Onbekend bij het grote publiek

Die hoopgevende tendens heeft echter een keerzijde: wie de ziekte langer overleeft, loopt ook het risico, alhoewel beperkt, een secundaire kanker te ontwikkelen. Dat is een kanker die als laattijdig neveneffect van de oorspronkelijke behandeling kan optreden. Tot voor kort kwam die voornamelijk voor bij mensen die de ziekte als kind of tiener hadden gekregen, maar omdat steeds meer volwassenen kanker overleven, moet men bij hen ook met secundaire kankers rekening houden.

De radiotherapie die vandaag de dag wordt toegepast, kan niet worden vergeleken met de bestraling van de jaren 80. De technieken zijn fel verbeterd.

Secundaire kankers zijn nog te weinig bekend bij het grote publiek. Ze zijn relatief zeldzaam maar met zware consequenties voor het individu. Ex-patiënten moeten zich dan ook bewust zijn van de mogelijkheden om het risico te beperken. Enerzijds kan dat door preventie via goede levensgewoonten zoals stoppen met roken, een gezond lichaamsgewicht, enz. Anderzijds is ook een follow-up op medisch vlak noodzakelijk, waaronder een aangepaste screening.

Aangepaste opvolging

Uit de statistieken blijkt dus een toename van het aantal mensen die kanker lang genoeg overleven om eventueel een secundaire kanker te ontwikkelen, maar tegelijkertijd daalt ook het risico.

De radiotherapie die vandaag de dag wordt toegepast, kan niet worden vergeleken met de bestraling van de jaren 80. De technieken zijn fel verbeterd met als gevolg veel minder bestraling op het gezonde weefsel en minder risico’s op neveneffecten. Maar bijvoorbeeld bestraling van de borstkas, in het bijzonder bij vrouwen op jonge leeftijd, houdt een risico op secundaire borstkanker in. Deze vrouwen moeten bijgevolg sneller met borstkankerscreening starten.

En dit gaat niet alleen over bestralingstherapie: na bepaalde chemotherapiebehandelingen moet er eveneens een follow-up komen, die onder meer gericht is op de opsporing van een mogelijke secundaire kanker. Aarzel niet om dit aan te kaarten met uw oncoloog.

Next article