Immuniteit valt vrij eenvoudig uit te leggen. Ons lichaam heeft een eigen identiteit en herkent elke lichaamscel als ‘deze is van mij’. Meteen is duidelijk wat dan ‘niet van mij’ is: alles wat van buitenaf wil binnenkomen. Als je goede agenten zet aan die grens tussen binnen en buiten, dan is de verdedigingsklus in theorie geklaard, maar de realiteit leert ons dat er overgangsgebieden zijn. Dirk Avonts, hoofdredacteur van Huisarts Nu, verklaart.
Er zijn dynamische kolonies micro-organismen aan alle openingen met de buitenwereld en over heel de huidoppervlakte die in (goede) verstandhouding met het lichaam leven. Ze profiteren van voedsel en warmte, en door de oppervlakte die ze innemen, is er geen plaats voor bacteriën die minder vredelievende bedoelingen hebben. Een knap staaltje van diplomatie op immunologisch vlak, maar zelfs deze zachtaardige en vredelievende microgezellen houden wat agressie achter de hand. Als het immuunsysteem erop achteruit gaat, bijvoorbeeld door een infectie met hiv, dan gaan deze vredelievende kiemen wel dieper doordringen en agressief worden – de zogenaamde opportunistische infecties. Hoe zwakker het immuunsysteem wordt, hoe agressiever deze zachtaardige micro-organismen zich manifesteren. De fysieke grens tussen eigen en niet-eigen is een grote vlakte waar een staakt het vuren heerst en waakzaamheid geboden is.
Vergissen is menselijk
Waakzaamheid is ook hét kenmerk van het immuniteitssysteem binnenin het lichaam. Checken wat wel van ons is en wat niet, is de belangrijkste taak van de patrouillerende witte bloedcellen. Dat lijkt een simpele opdracht. Alhoewel, sommige aanvallers camoufleren zich met mantels van eiwitten die erg gelijken op de bouwstenen van het lichaam zelf. En dan is vergissen menselijk, waarbij het verdedigingssysteem, naast microbiële agressors, ook lichaamseigen structuren aanvalt in de veronderstelling dat het gaat om een stuk van vreemde origine. Niet zelden treedt zulke auto-immuunreactie op tijdens of in de nasleep van een virale of bacteriële infectie. Net alsof het lichaam daardoor getriggerd wordt, meer alertheid aan de dag legt en zich té nauwgezet van zijn taak kwijt. Na een tijd dooft deze reactie van de immuniteit meestal wel uit, maar mensen met reuma en bindweefselziekten blijven heel hun leven ‘vechten’ tegen vermeende vreemde indringers in hun eigen lichaam.
Het immuunsysteem trainen
Het afstellen van het immunologisch systeem is een delicaat proces. Als de patrouillerende verdedigingscellen wat te laks en lichtgelovig zijn, dan sluipen er zomaar agressoren binnen die binnen de kortste keren een oorlog op leven en dood kunnen ontketenen. Maar als ze zo streng optreden dat geen enkele migrerende agressor een kans krijgt, dan zien de patrouilles al snel spoken en schimmen in de vorm van onschuldige prikkels, zoals de uitwerpselen van de huisstofmijt of pollen van bomen en grassen die in de neus terechtkomen. Hoe minder gevarieerd de microdiversiteit waarmee het lichaam opgroeit, hoe groter de kans dat het lichaam reageert op valse signalen die van buitenaf (dreigen) binnen te komen. Het immuniteitssysteem leeft op bij een dagelijkse dosis micro-organismen van grote diversiteit om op een speelse manier allerlei plannen en strategieën uit te proberen.
Want zonder militaire oefeningen kan een oorlog nooit gewonnen worden. Spijtig genoeg verschraalt het ‘anderhalvemeteren’ en het veelvuldig handen wassen de diversiteit van uitdagingen voor ons immuunsysteem. Benieuwd welke invloed dit gaat hebben op lange termijn.