Farmaceutische innovaties en ontwikkelingen kunnen een wereld van verschil maken voor patiënten met een hoge onbeantwoorde medische behoefte. “Maar dan moet er ook zo goed mogelijk rekening worden gehouden met hun échte noden”, benadrukt Paul Lacante, medisch directeur bij Bristol Myers Squibb Benelux.
Tekst: Joris Hendrickx
Paul Lacante
Medisch directeur
Bristol Myers Squibb Benelux
Wat maakt Bristol Myers Squibb zo uniek?
“Bristol Myers Squibb is een Amerikaans biofarmaceutisch bedrijf dat actief is in meer dan vijftig landen. We hebben twintig productie- en ontwikkelingssites wereldwijd en tellen 28.000 werknemers. Onze missie is om innovatieve geneesmiddelen te ontdekken en te ontwikkelen om deze vervolgens naar de patiënten te brengen zodat we hen kunnen helpen om ernstige ziekten te overwinnen.”
“Het unieke aan BMS is dat we die missie echt laten leven en in de praktijk omzetten. Onze bestaansreden is onderzoek en ontwikkeling en we hebben in dat kader een sterke onderzoeksorganisatie uitgebouwd. Dat blijkt uit al de innovaties die we de afgelopen jaren naar de patiënten hebben gebracht.”
“We spitsen ons toe op vier therapeutische domeinen waar er een hoge onbeantwoorde medische nood is en waar we geloven dat we door innovatie een groot verschil kunnen maken in het leven van patiënten: oncologie (kankers), hematologie (bloedkankers), cardiovasculaire (hart en vaat) aandoeningen en immunologie.”
Wat doen jullie concreet binnen die vier gebieden?
“Binnen het domein van de oncologie waren we de eersten om immuno-oncologische geneesmiddelen op de markt te brengen. We hebben hier dus echt een pioniersrol gespeeld en zijn een van de belangrijkste spelers binnen dit gebied, en dat in verschillende tumortypes en stadia van de ziekte.”
We zijn een klein land, hebben enorm veel topexperts én er is een grote wil van de overheid om de implementatie van klinische studies zo gemakkelijk mogelijk te maken.
“We hebben al twee geneesmiddelen in het gebied van de immuno-oncologie op de markt en hebben goedkeuring verkregen voor het gebruik in long-, huid-, nier, blaas-, hoofd- en halskanker én lymfomen. Daar is zopas nog een indicatie in tweede lijn hoge gastro-intestinale tumoren aan toegevoegd. In het domein van de hematologie (bloedkankers) hebben we vorig jaar Celgene overgenomen, een bedrijf dat hier een heel innovatieve pijplijn voor heeft.”
“Op het gebied van cardiovasculaire aandoeningen zijn we erg actief op het vlak van trombo-embolieën. Bovendien hebben we zopas een bedrijf overgenomen met een specifieke expertise in cardiovasculaire aandoeningen. Wat immunologie betreft, ontwikkelen we geneesmiddelen voor ziektebeelden zoals psoriasis, inflammatoire darmziekten en multiple sclerose.”
Succesverhaal
Het doel van innovatie is om patiënten te helpen om ernstige ziekten te overwinnen. Zo slaagde BMS er dankzij de combinatie van twee van hun immuno-oncologiebehandelingen in om de overlevingkans na vijf jaar van mensen met uitgezaaide huidkanker te verhogen van praktisch onbestaande naar maar liefst meer dan 50%.
Wat betekenen jullie innovaties in het leven van patiënten?
“Wij willen via de wetenschap patiënten helpen om ernstige ziekten te overwinnen. Dankzij onze ononderbroken aandacht hiervoor hebben we bijvoorbeeld zo’n tien jaar geleden ons eerste immuno-oncologiebehandeling op de markt gebracht. Deze richtte zich op uitgezaaide huidkanker.”
“Voordien was de overlevingskans over twee jaar gemiddeld 15% en overleving na vijf jaar was praktisch onbestaande. Door de combinatie van twee van onze immuno-oncologiebehandelingen is de overleving na vijf jaar gestegen tot meer dan 50%. Daarnaast ontwikkelden we een nieuwe manier om bloedkanker te behandelen, waarbij afweercellen van de patiënt in een labo worden gemodificeerd om na herinspuiting in het lichaam de tumor beter te kunnen herkennen.”
“In België hebben we meer dan 290 wetenschappelijke en commerciële medewerkers. Momenteel hebben we hier 114 actieve klinische studies lopen waar meer dan 1.150 patiënten aan deelnemen. Dat heeft te maken met het uitzonderlijk goede klimaat in België voor klinisch onderzoek. We zijn een klein land, hebben enorm veel topexperts én er is een grote wil van de overheid om de implementatie van klinische studies zo gemakkelijk mogelijk te maken.”
“We zijn er bijzonder trots op dat we dankzij het Early Access Programme al meer dan 2.500 Belgische patiënten met hoge medische noden gratis toegang hebben kunnen geven tot innovatieve geneesmiddelen, nog vóór die werden terugbetaald.”
Wat doen jullie nog meer?
“Wij gaan verder dan het ontwikkelen, produceren en verdelen van innovatieve geneesmiddelen. Samen met twaalf professoren van verschillende Belgische universiteiten creëerden we bijvoorbeeld de ImmunoScience Academy, een platform rond het nieuwe domein van de immunowetenschappen waar we artsen die innovatieve geneesmiddelen in de praktijk moeten gebruiken, informeren.”
“We werken actief samen met patiëntenorganisaties, zorgverleners en hospitalen en produceren onder meer video’s en brochures om patiënten meer uitleg te geven over hun ziekte en behandeling. We ondersteunen bijvoorbeeld FibriCoach, een online programma dat patiënten de verschillende aspecten van voorkamerfibrillatie uitlegt.”
We willen gaan samenwerken met lokale gemeenschappen, zoals patiëntenverenigingen, om programma’s op te zetten waarmee ideeën van het publiek lokaal kunnen worden verwezenlijkt.
“Bovendien hebben we zopas de campagne ‘Because there is more to do’ gestart. We beseffen immers dat het cruciaal is voor ons om goed te weten wat belangrijk is voor patiënten, zodat we ook écht kunnen beantwoorden aan hun noden.”
“In dat kader hebben we in acht Europese landen, waaronder België, een online bevraging opgestart waarbij iedereen nog tot 10 januari 2021 zijn ideeën kan delen en zo een nieuwe kijk kan geven op welke ondersteuning er nodig is voor patiënten en de gemeenschap, wat we nog meer kan doen om patiënten en hun dierbaren te ondersteunen in hun dagelijks leven en doorheen hun zorgproces.”
“We hopen dat dit luisterinitiatief inzichten brengt over nieuwe paden die we kunnen inslaan, alsook een bredere discussie op gang kan brengen met de industrie om farmaceutische innovatie in België ruimer te zien dan geneesmiddelen. De bevindingen uit het feedbackforum zullen leiden tot nieuwe lokale initiatieven ter ondersteuning van patiënten.”
“In dat kader willen we gaan samenwerken met lokale gemeenschappen, zoals patiëntenverenigingen, om programma’s op te zetten waarmee ideeën van het publiek lokaal kunnen worden verwezenlijkt. Het feedbackforum is de eerste steen om een publieke dialoog op te bouwen met de maatschappij, en dat op lange termijn.”