Vulvodynie, seksueel geweld en COVID-19. Drie courante fenomenen waarvan enkel de laatste voor velen bekend in de oren klinkt. Dr. Nele Coryn, bestuurslid Vlaamse Werkgroep Algemene Gynaecologie binnen VVOG (Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie) legt uit.
Stel je voor: Vulvair een branderig gevoel bij het vrijen. Een branderig gevoel na het vrijen. Niet één keer. Keer op keer opnieuw. Pijn ervaren, proberen bedaren. Pijn verbijten. Een goed glas wijn dan maar alvorens ‘de daad te stellen’? Pijn ervaren. Er vooral niet over praten. Wat verdovende zalf aanbrengen zodat ‘het’ niet gevoeld wordt? Pijn, keer op keer opnieuw. Moed verzamelen, naar de dokter. Van een kale reis terugkomen. Ingrijpende persoonlijke, emotionele en relationele crisissen kunnen volgen. Uiteindelijk komt er dan toch een diagnose. De behandeling blijkt trial & error te zijn waarbij verschillende behandelingsmethodes elkaar kunnen opvolgen indien de langverwachte en verhoopte pijndemping er niet komt bij de ingestelde therapie. Stel je voor dat naar (onder)schatting één op de tien vrouwen dit ervaart en dat deze aandoening ook een naam heeft. Dan zou dat toch geen onbekende kunnen zijn?
Stel je voor: een in 2018 voor de meeste mensen onbekend virus maakt enorm veel slachtoffers. Een gezondheidscrisis volgt. Op allerlei niveaus worden in sneltempo maatregelen getroffen. Het wordt voor iedereen een zware en ingrijpende periode. Naarmate tijd en crisis vorderen, merken we dat er ook na een besmetting blijvende gevolgen kunnen zijn, zowel fysiek als psychisch. Gelukkig weten we ons aan te passen. Onderzoekers en de farma-industrie leveren een huzarenstukje door in minder dan een jaar tijd vaccins te ontwikkelen. Grootschalige campagnes worden opgezet, het sociale leven wordt aan banden gelegd. Maatregelen worden getroffen, we passen ons telkens aan. Zelden hebben zo veel leken kennis van de naam van een virusstam, virusvarianten zijn ons niet langer onbekend. Na ruim drie jaar kunnen we dan toch zeggen dat de epidemie achter ons ligt. We kunnen onze glimlach terug tonen, expressie op gezichten terug lezen. Wereldwijde inspanningen, locoregionale acties, persoonlijke aanpassingen, globaal gezien heeft het allemaal geloond. Een tot voor kort onbekend virus is een oude bekende geworden.
Stel je voor: een pandemie heerst al zolang er beschaving is. We praten er niet over, we houden het potje dicht. In tegenstelling tot het voorgaande scenario, treft deze epidemie ook rechtstreeks kinderen. We wachten als maatschappij lang alvorens actie te ondernemen. Voor wie er mee in aanraking komt, volgt een zware en ingrijpende periode. Naarmate tijd vordert, kunnen ook bij deze besmetting blijvende gevolgen zijn, zowel fysiek als psychisch. En toch houden we het potje dicht, we passen ons niet aan. Na vele jaren en jaren epidemie wordt er toch actie ondernomen. Zowel globaal als nationaal merken we stilaan meer bewustwording. Toch botsen we tegen de grenzen van de reguliere hulpverlening. En we wachten opnieuw af. Een epidemie die zulk vreemd verloop vertoont, incognito en onder de radar blijft, ondenkbaar?
Vulvodynie – COVID-19 – seksueel geweld
Drie courante fenomenen. Het eerste scenario: vulvodynie, een aandoening die door de jaren heen verschillende termen heeft gekend en in 2015 na internationale consensus werd geherdefinieerd en gespecificeerd. Het tweede heet COVID 19, in het leven geroepen sinds 2019. Het laatste scenario is ‘seksueel geweld’ en bestaat al sinds mensenheugenis. Toegegeven, COVID 19 over dezelfde kam scheren als de andere is wat van de pot gerukt. Toch is het bijzonder dat de twee andere bekende scenario’s, voor velen onbekend zijn.
Vulvodynie is een chronische pijnaandoening waarbij een (meestal) branderig gevoel wordt ervaren ter hoogte van de vulva, meestal bij aanraking maar kan ook spontaan optreden. Naast een vicieuze pijncirkel die al vrij snel kan ontstaan, zal een andere cyclus meer en meer verstoord raken. Seksueel verlangen, met als fysiologisch gevolg hiervan opwinding overgaand in een plateaufase, liefst gevolgd door een orgasme? De seksuele responscyclus beleven is geen evidentie meer als een vicieuze pijncirkel, al dan niet al jaren, de overhand neemt. Een multidisciplinaire aanpak is de hoeksteen van de behandeling. Je lazarus drinken of de vulva ongevoelig maken door het aanbrengen van verdovende zalven hoort voor alle duidelijk niet bij de behandeling en zijn bij voorsprong de meest slechte adviezen die gegeven kunnen worden. Het team bestaat idealiter uit gynaecologen, seksuologen, urologen, pijnartsen en bekkenbodemkinesisten. Gezien de exacte etiologie nog niet ontrafeld is, is verder onderzoek nodig. Een aantal risicofactoren voor het ontwikkelen van vulvodynie daarentegen is wel bekend. Negatieve (seksuele) ervaringen is daar één van. En laat dat niet toevallig het derde scenario van dit betoog zijn.
Evolutie in initiatieven
Hier zien we de laatste jaren een opmerkelijke ommezwaai. Sinds de jaren 1990 werd door de Raad van Europa een reeks aan initiatieven genomen ter bevordering van de bescherming van vrouwen tegen geweld. In 1993 declareert de WHO “the elimination of violence against women”. Voorgaande verdragen en declaraties leiden in 2014 tot de Istanbul conventie welke door België in 2016 wordt geratificeerd. Samenvattend is er voor het eerst een internationaal instrument om geweld tegen vrouwen uit te bannen. Er moeten wettelijke regelingen getroffen worden om slachtoffers te beschermen en bij te staan. In de Belgische context werd in 2017 een pilootproject opgestart met het openen van drie zorgcentra na seksueel geweld (= ZSG) met anno 2023 een nationale uitrol. Van gefragmenteerde hulp pré 2017 naar een holistische en multidisciplinaire aanpak anno 2023. De ZSG’s zijn er voor alle slachtoffers van acuut seksueel geweld, ongeacht geslacht, geaardheid of leeftijd. Ze bieden een veilige setting en houvast, zowel in acute fase als in een verder opvolgingstraject. Seksueel geweld kent korte en lange termijn gevolgen die in de dagdagelijkse gynaecologische praktijk worden gezien. Het spectrum is breed: van duidelijk herkenbare gevolgen zoals zwangerschapscomplicaties en SOA’s tot vage klachten zoals onderbuikpijn, seksuele problemen, etc, waarbij na uitsluiting van organische ziekte gedacht moet worden aan een link met seksueel geweld en partnergeweld.
Wat opgaat voor alle scenario’s is dat wereldwijde inspanningen, locoregionale acties en persoonlijke aanpassingen noodzakelijk zijn. En toch, als één ding duidelijk tegenstrijdig is met de ons allen bekende COVID 19: laten we ons au fond niet aanpassen. Pijn ervaren bij seksueel contact is niet normaal. Seksueel geweld is niet ok.