Een gebrek aan lichaamsbeweging blijft nog altijd een van de grootste oorzaken van gezondheidsproblemen op zowel fysiek als mentaal vlak. “Jammer genoeg wijzen studies uit dat de Belg ook in 2024 nog steeds te weinig beweegt”, zegt Rik Vanhoof van de Belgische Cardiologische Liga.
“Wereldwijd zouden er jaarlijks vier tot vijf miljoen doden voorkomen kunnen worden als iedereen voldoende beweegt. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) beveelt 150 à 300 minuten per week aan gematigde inspanning (wandelen, tuinieren, rustig fietsen) of 75 à 150 minuten per week aan hogere intensiteit (joggen, hiken, fietsen). Volgens de WHO zullen er tussen 2020 en 2030 wereldwijd bijna vijfhonderd miljoen nieuwe gevallen van te voorkomen niet-overdraagbare ziekten (NCDs) optreden als de huidige prevalentie van lichamelijke inactiviteit niet verandert. Britse onderzoekers publiceerden recent nieuwe resultaten op het Congres voor Preventieve Cardiologie. Hun onderzoek toont aan dat je 39% minder kans hebt om aan een hart- of vaatziekte te sterven als je dagelijks de trap neemt.”
Onderzoek toont aan dat je 39% minder kans hebt om aan een hart- of vaatziekte te sterven als je dagelijks de trap neemt.
Revalidatieteam
“Ook voor patiënten met een hart- of vaataandoening blijft bewegen een prioriteit. De tijd dat een patiënt die een hartinfarct overleefde, na enkele weken in bed als blijvend invalide werd beschouwd, ligt al lang achter ons. Tegenwoordig neemt een revalidatieteam bestaande uit een cardioloog, fysiotherapeut, psycholoog, maatschappelijk werker, diëtist en ergotherapeut de patiënten onder hun hoede vanaf het moment dat ze worden opgenomen in het ziekenhuis. Het doel is om de patiënt zo snel mogelijk terug te brengen naar een optimale fysieke, psychologische en sociale toestand.”
Fysieke oefensessies
“Zodra de patiënt weer thuis is, is het in zijn of haar belang om deel te nemen aan een programma voor hartrevalidatie, waarvan het belangrijkste onderdeel bestaat uit drie tot vijf keer per week fysieke oefensessies onder medisch toezicht, evenals advies over dieet, stressvermindering, bestrijding van risicofactoren en hervatting van beroeps- en vrijetijdsactiviteiten. Veel patiënten merken dat ze fysiek en mentaal veel beter in vorm zijn dan voor hun hartinfarct.”