‘Amai, kan dat allemaal tegenwoordig?!’ Wie een lijstje met recente medische innovaties overloopt, is danig onder de indruk. En terecht, onze medische mogelijkheden zijn ongezien. Maar ‘mogelijk’ is daarom nog niet altijd ‘werkelijk’. “De patiënt profiteert vandaag veel te weinig van wat we allemaal kunnen”, vindt Marnix Denys, managing director bij beMedTech.
3D-geprinte implantaten, robot-gestuurde chirurgie, AI-onder-steunde diagnoses, gentherapieën: het zijn stuk voor stuk voorbeelden die tot de verbeelding spreken. Je hebt uiteraard ook minder futuristische ontwikkelingen die minstens zo waardevol zijn, denk aan medische apps waar-mee patiënten hun behandeling beter kunnen volgen, toepassingen waarmee ze zorgverleners vanop afstand kunnen consulteren, apparatuur waarmee ze thuis in plaats van in het ziekenhuis verzorgd kunnen worden of tests die een snelle en betrouwbare diagnose buiten een labo mogelijk maken. Een gemeen-schappelijke factor bij al deze medische innovaties is dat ze gezondheid en levenskwaliteit van mensen kunnen verbeteren.
Aangepaste zorgomgeving en spelregels
Alle medische en technologische mogelijk-heden ten spijt, staat onze gezondheidszorg vandaag echter een pak minder ver dan ze zou kunnen. Hoe dat komt? Om die vraag te beantwoorden, moeten we kijken naar de aard van de innovatie. En dan gaat het niet over hoe hypergesofisticeerd een innovatieve oplossing is. Sommige innovaties komen ‘gewoon’ in de plaats van wat al bestond. Neem nu eenzelfde soort medicijn met een betere werking of een efficiënter toestel voor medische beeldvorming. Kort door de bocht: je vervangt het oude door het nieuwe en klaar, de vooruitgang is er.
Onze eerste opdracht vandaag is niet om nog meer nieuwe toepassingen uit te vinden, wel om onze zorgomgeving en de bijhorende spelregels rijklaar te maken voor innovatie.
Maar zo eenvoudig is het meestal niet. Veel innovatieve oplossingen kan je pas (goed) gebruiken als je eerst de zorgomgeving en spelregels aanpast. Neem nu apparatuur voor thuishospitalisatie. Als je die apparatuur bij een patiënt thuis plaatst, waardoor het ziekenhuis in zijn of haar buurt de deuren kan sluiten, zal je niet veel vooruitgang boeken, integendeel. Eerst en vooral gaat het om een en-enverhaal: de meeste innovatie komt als aanvulling op en niet in plaats van het bestaande zorgaanbod. Om patiënten de voordelen van thuishospitalisatie te laten ervaren, zijn er bovendien eerst afspraken nodig voor opvolging door het zieken-huis. Daarnaast is er nood aan een duidelijk kwaliteitskader voor de zorg die thuis wordt toegediend, een continue samenwerking tussen zorgverleners in de eerste lijn en het ziekenhuis en een systeem waarbij relevante medische data continu raadpleegbaar zijn. Om een aangepaste financiering zeker niet te vergeten.
Van uitvinding tot implementatie
Daarmee belanden we bij dé grote uitdaging van vandaag: het op grote schaal in gebruik nemen van nieuwe oplossingen, kortweg implementatie. België is enorm sterk op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. Veel van de innovaties die daaruit voortkomen, worden ook getest in allerhande proefprojecten. Maar terwijl de vooruitgang op dat moment misschien verworven lijkt voor het grote publiek, ziet wie in de praktijk staat een heel andere realiteit. Onze eer-ste opdracht vandaag is niet om nog meer nieuwe toepassingen uit te vinden, wel om onze zorgomgeving en de bijhorende spel-regels klaar te maken voor innovatie. Slagen we daarin, dan verwerven we in één klap kilometers vooruitgang.