Prostaatkanker is de meest voorkomende kanker onder Belgische mannen. Welke behandelingen bestaan er en wat zijn de voornaamste bijwerkingen? En waarom is systematisch screenen niet altijd zaligmakend? Urologe Siska Van Bruwaene (AZ Groeninge) legt uit.

Dr Siska Van Bruwaene
Uroloog AZ Groeninge
In 2024 kregen bijna 12.400 mannen de diagnose prostaatkanker, blijkt uit cijfers van het Belgische Kankerregister. Daarmee is het de meest voorkomende kanker onder mannen in ons land. Jaarlijks overlijden zo’n 1.500 mensen aan de ziekte. “Volgens die laatste cijfers krijgt ongeveer één op de vijf mannen in België gedurende zijn leven de diagnose van prostaatkanker”, zegt dokter Van Bruwaene. “Dat ligt in dezelfde ordegrootte als borstkanker bij vrouwen. Het cijfer neemt sinds 2015 toe, wat vooral te wijten is aan de meer frequente testings die we vandaag doen. Het risico om te sterven aan prostaatkanker daalt gelukkig wel elk jaar.”
Genetische aanleg en het belang van een juiste diagnose
Wie prostaatkanker krijgt, laat zich niet zo eenvoudig voorspellen, zegt de dokter. Al speelt genetica zeker een rol. “Als je een verwant in eerste graad hebt met prostaatkanker, verdubbelt ongeveer de kans dat je het ook krijgt. Ons voedingspatroon speelt vermoedelijk ook een rol. Dat zien we bijvoorbeeld bij Chinese mannen. In hun thuisland komt prostaatkanker minder voor, maar als ze naar hier verhuizen, worden ze er net zo gevoelig aan als Belgische mannen.”
In de behandeling moet goed een onderscheid gemaakt worden tussen lokale en uitgezaaide varianten en agressieve en minder agressieve varianten. “Als de cellen zich enkel in de prostaat bevinden, proberen we te genezen. Bij uitzaaiingen proberen we de ziekte onder controle te houden, waardoor deze een soort chronisch karakter krijgt. Om de aard en uitgebreidheid van de prostaatkanker te beoordelen, gebruiken we de PSA-bloedwaarden, MRI- of botscans en ook de Gleason-score die de agressiviteit op cellulair niveau bepaalt.”
Van operatie tot hormoontherapie
Er zijn verschillende behandelingsopties mogelijk. Bij lokale varianten wordt er gekozen tussen opereren en bestralen. “Opereren gebeurt vaak met een robot, wat de ingreep minder zwaar maakt. Bij radiotherapie kan langs de buitenkant of via zaadjes binnenin bestraald worden. De kansen op genezing zijn ongeveer hetzelfde. De neveneffecten verschillen wel en worden uitgebreid met de patiënt besproken vooraleer een keuze te maken. Er kan urineverlies optreden, wat bij 95% van de patiënten wel tijdelijk is. Daarnaast is er ook een vrij hoge kans op erectieproblemen omdat de erectiezenuwen vlak naast de prostaat lopen. Bij jonge mannen zullen we eerder opereren omdat prostaatkanker soms terugkomt en na bestraling is een prostaat een stuk moeilijker te verwijderen. Bij oudere mannen is de kans op incontinentie na een operatie dan weer groter.” Patiënten met uitzaaiingen worden heel anders behandeld, met hormoontherapie. “Dat klinkt goed te doen, maar onderschat het niet”, zegt dokter Van Bruwaene. “Vergelijk het met chemische castratie waarbij alle testosteron uit je lichaam verdwijnt. Je libido zakt in, je krijgt cardiovasculaire risico’s, vapeurs, je botten worden minder stevig, je fitheid daalt en je krijgt mood swings. Uiterlijk is er aan de patiënt vaak niet veel te zien, maar de impact is er zeker.”
Wanneer (niet) behandelen of screenen?
Toch is een ingrijpende behandeling zeker niet altijd nodig of gewenst. Bij een niet-agressieve vorm kan het dat artsen enkel opvolgen zonder te behandelen. “Patienten schrikken daar soms wel van, maar soms is de ziekte perfect beheersbaar zonder ingrijpen. Het hangt bijvoorbeeld ook van de leeftijd af. Iemand van 55 met een agressievere prostaatkanker zullen we altijd behandelen. Maar wil je iemand van 85 nog met al die neveneffecten opzadelen? Dan moet je het gesprek met de patiënt aangaan.” Over het al dan niet screenen naar prostaatkanker bestaan vele meningen. “Enerzijds is screening nuttig omdat het levensreddend kan zijn. Anderzijds moeten we gemiddeld 231 mannen screenen en 10 prostaatkankers behandelen, met de eventueel bijhorende schade, om 1 overlijden te voorkomen. Prostaatkanker evolueert ook erg traag, dus opportunistisch screenen van ouderen is allicht niet de beste aanpak. In België is het bovendien zo dat patiënten zelf een screening moeten vragen. Wie doet dat dan? Meestal beter geïnformeerde en hoger opgeleide mensen, wat kan resulteren in ongelijkheid in de zorg. Je mag ook niet uit het oog verliezen dat je als uroloog of huisarts altijd een concrete patiënt voor je hebt. Dan ben je meer bezig met zijn overlevingskansen dan met de eventuele maatschappelijke kosten.”
Meer informatie
Lees hier de digitale gids met betrouwbare informatie over de vele aspecten van prostaatkanker.
Met de steun van Johnson & Johnson
CP-534125