De reeds aanwezige problematiek rond mentaal welzijn wordt nog verder verscherpt door corona en de daarmee verbonden maatregelen. Om hier iets aan te doen, zullen we anders moeten leren samenleven én moet de psychiatrie een meer proactieve rol spelen, vooral naar jongeren toe. Dat zegt Raoul De Cuyper, algemeen directeur bij Psychiatrisch Centrum Gent-Sleidinge.
Tekst: Joris Hendrickx
Een mentaal gezondere maatschappij begint bij een andere visie op samenleven.
Hoe kunnen we er samen voor zorgen dat we mentaal gezond worden en blijven?
“Heel wat mensen in onze maatschappij kampen met individuele angsten waar ze geen blijf mee weten, en dat is een duidelijk signaal. Het is vaak ook heel onduidelijk waar ze precies angstig voor zijn. Angst verwijst naar iets collectief en moet dus collectief een plaats krijgen. Zo is er bijvoorbeeld ook door corona sprake van een collectieve angst. Door die angst en onzekerheden te delen met een grotere groep en daarrond verbinding te zoeken, kunnen we ze een plaats geven en kanaliseren. Maar het laat vooral toe om te zoeken naar een meer collectief antwoord. Laat ons dus samen bang zijn en oplossingen zoeken.”
“Een goed voorbeeld is de internationale ‘Thrive’-beweging. Die wil de mentale gezondheid en veerkracht van mensen in grootstedelijke gebieden bevorderen. Concreet gaat het over collectieve initiatieven waarbij een sociale beweging op gang komt om mensen en organisaties terug met elkaar te verbinden, zodat ze van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen inspireren en aanmoedigen. Dat maakt duidelijk dat collectieve initiatieven ook echt nodig zijn én dat het niet enkel kan worden opgelost met individuele preventie. Er is niets mis met individuele preventie zoals yoga en mindfulness, maar deze kunnen geen fundamenteel antwoord bieden op de kernproblematiek. Het zijn doekjes voor het bloeden.”
We moeten af van de huidige manier van `interventie´, die vooral retroactief is op basis van een ziektemodel.
Hoe komt het dat het mentale welzijn in onze samenleving er zo slecht aan toe is?
“We dreigen als mens een product te worden dat onder druk staat, zowel ten opzichte van anderen als onszelf. Wij moeten steeds beter doen en concurreren met elkaar, en dat creëert heel wat onderling wantrouwen. Een belangrijk gevolg daarvan is het individualisme. Veel mensen kampen dan ook met stress, depressies, eetstoornissen, enz. Ook de zelfmoordcijfers in Vlaanderen zijn nog veel te hoog.”
“Er is ook sprake van een toenemende ongelijkheid. De ene groep krijgt betere kansen en doet het alsmaar beter, terwijl een andere groep alsmaar meer achterblijft. Zelfs de middengroep gaat erop achteruit ten opzichte van die kleine bevoorrechte groep. Deze ongelijkheid dreigt door onze escalerende markteconomie steeds te vergroten. Opvallend is dat ook zij die het zogezegd beter hebben met mentale problemen kampen en dus eveneens psychisch lijden. We moeten ons daarom collectief heroriënteren naar een ander soort samenleving. Dat zou goed zijn voor iedereen.”
Wist je dat?
⮕ Maar liefst 50% van de psychische stoornissen begint al in de tienerjaren.
⮕ 75% van de ernstige en vaak chronische problematieken tekenen zich reeds af vóór de leeftijd van 25 jaar.
⮕ Veel kwetsbare ontwikkelingen zijn reeds gestart vóór de leeftijd van 10 jaar.
Welk antwoord kan de psychiatrie bieden op deze problematiek?
“Momenteel wordt de geestelijke gezondheidszorg ingezet wanneer het al te laat is. We moeten af van de huidige manier van `interventie´, die vooral retroactief is op basis van een ziektemodel en die in actie komt naar aanleiding van een medisch probleem en dan georiënteerd is op genezing. De klassieke getrapte zorg maakt bovendien dat mensen vaak te laat de juiste gespecialiseerde hulp krijgen. Door aanvullend daarop ook proactief te werken, kunnen we vermijden dat aandoeningen chronisch worden en tot allerlei comorbiditeiten en complicaties leiden. De psychiatrie moet reeds worden ingezet vanaf het moment dat er duidelijke indicaties zijn, dus dicht aanleunend bij de nulde-en eerstelijnszorg. Dat wil niet zeggen dat die mensen moeten worden opgenomen in een psychiatrisch centrum. Het gaat vooral om het zo vroeg mogelijk outreachend inzetten van onze deskundigheid en knowhow op de plaatsen waar er noden zijn, denk bijvoorbeeld aan jeugdzorg, onderwijs, enz. Die manier van werken zal ook veel efficiënter zijn dan de consultatieve geestelijke gezondheidszorg.”
Welke doelgroep moet meer aandacht krijgen?
“De psychiatrie moet zich nog meer richten op kinderen en jongeren. Nu starten we vaak pas met het bieden van zorg op een leeftijd waarop de problematiek al zeer ernstig is. Maar liefst 50% van de psychische stoornissen begint al in de tienerjaren. 75% van de ernstige en vaak chronische problematieken tekenen zich reeds af vóór de leeftijd van 25 jaar. Veel kwetsbare ontwikkelingen zijn reeds gestart vóór de leeftijd van 10 jaar. We moeten in dat kader af van het strakke onderscheid tussen kinder- en jeugdpsychiatrie en volwassenpsychiatrie, en hun respectievelijke expertise. Zo is er nood aan een betere zorgcontinuïteit en een aansluitende zorg op die kwetsbare leeftijd vanaf de tienerjaren. Daarom moeten we een transitiepsychiatrie uitbouwen die een brug maakt tussen de adolescentieperiode en de jongvolwassenheid. Hiermee kunnen we ook een comorbiditeit en complexiteit van problematieken voorkomen.”
Een prachtig initiatief zijn de ‘Overkop’-huizen. Dat zijn plekken waar jongeren vanaf 14 jaar en voorbij de leeftijd van 18 jaar steeds terechtkunnen en een luisterend oor vinden.
Hoe ziet u dat concreet in de praktijk?
“Sowieso moeten wij vanuit onze gespecialiseerde kennis detecteren welke problematieken in welke leeftijdscategorie tot ontwikkeling komen en daar kort op de bal spelen met gerichte zorg, steeds over de grenzen van de sectoren en de huidige opdeling in lijnen heen. De geestelijke gezondheidszorg heeft vooralsnog een te bescheiden rol gespeeld en zich te sterk laten meedrijven in het klassieke denken. Proactief werken impliceert ook gemeenschapsgerichte en doelgerichte zorg uitbouwen.”
“Er zijn inspirerende en dynamische voorbeelden. Een prachtig initiatief op dat vlak zijn de ‘Overkop’-huizen die je in elke Vlaamse provincie vindt. Dat zijn plekken waar jongeren vanaf 14 jaar en voorbij de leeftijd van 18 jaar steeds terechtkunnen en een luisterend oor vinden. Ook in het Psychiatrisch Centrum Gent-Sleidinge hebben we intussen een afdeling voor autisme en psychose die start vanaf 15 jaar en die ook voor twintigers nog beschikbaar is. Een laagdrempelig, toegankelijk en participatief model waar jongeren zich in vinden, is essentieel. Ook op onze jongerenafdelingen zijn deze principes richtinggevend.”