Ooit klonk ‘kanker’ als een doodvonnis en spraken we liever van ‘een slepende ziekte’. Vandaag is dat taboe enigszins afgebrokkeld. Met chirurgie, bestralingen, chemotherapie en oplettende nazorg van de huisarts kan de geneeskunde steeds meer patiënten nog veel kwaliteitsvolle levensjaren bezorgen. Aan dat therapeutisch arsenaal is intussen immuuntherapie toegevoegd. Marc Geenen van Domus Medica legt uit wat we hiervan mogen verwachten.
“Immuuntherapie helpt onze afweer kankercellen beter aan te pakken. Hoewel de behandelingsvorm meestal nog gereserveerd blijft voor patiënten die uitzaaiingen hebben of niet te opereren vallen – en hoewel lang niet al die mensen er baat bij hebben – betekent immuuntherapie een flinke sprong voorwaarts, onder meer tegen longkanker en melanoom. Opvallend is de zachte aard van immuuntherapie. Patiënten rapporteren, in vergelijking met chemotherapie of radiotherapie, beduidend minder nevenwerkingen.”
Wonderen bestaan niet
“De ontwikkelingen in de immuuntherapie gaan zo snel dat er nu ook hoop is voor bepaalde patiënten die vroeger een uitzichtloze prognose kregen. Het lijkt wel een wondermedicijn, maar wonderen bestaan natuurlijk niet. Vroeg of laat zullen onverwachte bijwerkingen opduiken, zoals dat ook het geval was met de antiretrovirale therapie voor hiv-patiënten. Die effecten zijn niet te voorspellen, maar de kans dat ze opgemerkt en dus aangepakt kunnen worden, verhoogt als huisartsen de genezen patiënten langdurig en nauwgezet monitoren.”
“Is de strijd tegen de grote ‘K’ gewonnen? Mensen met een vroeg stadium van borstkanker, prostaatkanker, teelbalkanker, schildklierkanker, melanoom, baarmoederhalskanker of Hodgkin-lymfoom hebben 90% of meer kans om hun diagnose minstens vijf jaar te overleven. Op sommige andere kankers heeft de wetenschap amper grip. Bij alvleesklierkanker, mesothelioom (vaak door asbest), kanker van de lever en galwegen, longkanker en galblaaskanker zijn de overlevingskansen het geringst.”
Immuuntherapie lijkt een wondermedicijn, maar wonderen bestaan natuurlijk niet. Vroeg of laat zullen onverwachte bijwerkingen opduiken.
Leven ‘met’ kanker
“Veel mensen denken ‘binair’ over kanker. Ze hébben het of ze hebben het níet, en áls ze het hebben, is de ultieme vraag: genees ik of wordt het mijn dood? De wetenschap kan zich zoveel helderheid zelden permitteren en houdt het op vijfjaarsoverleving. Aan de ene kant winnen we de ‘strijd’ tegen kanker nooit echt, maar anderzijds verliezen we het ‘gevecht’ ook alsmaar minder. Misschien moeten we die oorlogstaal maar laten varen. In het Engels zeggen ze: ‘If you can not beat them, join them!’ Dat lijkt inderdaad een verstandiger doel: lang en kwaliteitsvol leven ‘met’ je kanker en niet ‘tegen’ je kanker.”
Maatwerk
“Huisartsen zijn al volop in de weer met die mindshift en geven patiënten raad over de diverse mogelijkheden om met hun kanker een gelukkig leven te leiden. Maatwerk is het sleutelwoord, in de vorm van heel specifieke immuuntherapie bijvoorbeeld. Maar maatwerk is ook een kwestie van persoonlijke waarden integreren in het behandelingsplan. Die laatste invalshoek kunnen huisartsen op tafel leggen tijdens het Multidisciplinair Oncologisch Consult (MOC).”
“Conclusie: we gaan almaar slimmer om met kanker. Immuuntherapie is daar een voorbeeld van. Het eind van onze therapeutische mogelijkheden is lang niet in zicht, want wie weet wat gentherapie ooit nog oplevert? En nog een tweede conclusie: elk geval is anders. Het is de taak van onder meer huisartsen om mensen die te horen krijgen dat ze een of andere kanker hebben, deskundig voor te lichten over hun specifieke situatie en mogelijkheden. Mede dankzij immuuntherapie hoeft je wereld niet per se in te storten als het hoge woord valt.”