Immuuntherapie heeft op korte tijd voor een enorme doorbraak gezorgd in de behandeling van kanker. Prof. dr. Bart Neyns, diensthoofd Medische Oncologie in het UZ Brussel, bespreekt de rol van het Belgisch onderzoek in deze evolutie.
In 2001 zijn we in UZ Brussel gestart met het uitvoeren van klinische studies rond immuuntherapie. Hiermee bouwden we voort op de kennis die in de voorafgaande tien jaren was opgedaan over de reactie van het immuunsysteem op sommige kankers, en in het bijzonder op melanoom.
In dat kader voerden wij in UZ Brussel onderzoek rond dendritische cellen. Dat zijn cellen die zich ontwikkelen vanuit monocyten en waarvan we hoopten dat we ze konden gebruiken om de immuniteit aan te zwengelen. Helaas lukte dat slechts bij minder dan 5% van de melanoompatiënten.
Zo’n acht jaar geleden zijn we erin geslaagd om een betere formule van deze cellen te maken, waardoor we de succesratio drastisch konden verhogen. Vandaag heb ik patiënten die nog steeds in remissie zijn enkel dankzij die behandeling.
Dé grote omwenteling kwam er echter dankzij de ontdekking dat door bepaalde receptoren op de oppervlakte van de immuuncellen (PD-1) weg te nemen, we een fysiologische rem kunnen deactiveren waar de PDL-1 cellen op de kanker zich van bedienden. Dit resulteerde in de ontwikkeling van antilichaamtherapieën die zich eerst bewezen bij melanoom maar al snel uitwaaiden naar andere vormen van kanker.
Naar een nog betere overleving
Met de laatste generatie van immuuntherapieën hebben we de afgelopen vijf jaar ongeveer één op vier patiënten met uitgezaaide melanoom kunnen genezen. De meeste patiënten die het niet halen, falen al in de eerste zes maanden van de therapie. De kans op herval neemt door de behandeling heen gestaag af. Na enkele jaren van remissie kunnen patiënten zelfs in alle veiligheid stoppen met de medicijnen. Samen met andere middelen kunnen we zo tussen de 40 en 50% laten overleven.
Met de laatste generatie van immuuntherapieën hebben we de afgelopen vijf jaar ongeveer één op vier patiënten met uitgezaaide melanoom kunnen genezen.
Daarnaast voeren we onderzoek rond een nieuwe generatie van dentritische cellen die we rechtstreeks uit het bloed halen en dan in de tumor stoppen. Dit combineren we met een andere innovatieve therapie, nl. oncolytische virustherapie. Dankzij die combinatie krijgen we nog meer patiënten in remissie.
Bovendien kijken we naar mogelijkheden om de medicijnen rechtstreeks toe te dienen in de tumor. Dat onderzoek is uniek in de wereld. Bij de patiënten die we zo reeds behandelden merken we na drie jaar dat een aantal onder hen niet meer hervallen.
Aandacht voor psychologische impact
Voor de komst van immuuntherapie werd aan patiënten met een uitgezaaid melanoom gezegd dat ze geen kans op overleven hadden en zich daar op moesten voorbereiden. Toen immuuntherapie ter beschikking kwam, waren deze patiënten uiteraard initieel erg verheugd. Maar dat betekende ook dat ze terug in het leven moest stappen en terug plannen konden beginnen maken.
Bij sommigen stelde de omgeving dan in vraag hoe ernstig de ziekte echt was geweest, anderen werd verteld dat ze niet meer terug mochten gaan werken,… Daarom deden we een onderzoek rond long term survivors. Zowel het psycho-emotionele aspect als de neuro-cognitieve functies werden hierbij geanalyseerd. Hiermee bewezen we dat ook de begeleiding van de persoon na de behandeling erg belangrijk is.