Hiv blijft voor uitdagingen zorgen, zeker nu de populatie van mensen die hiv-positief zijn alsmaar ouder wordt en te maken krijgt met ouderdomsziekten. Een multidisciplinaire en geïntegreerde aanpak dringt zich op. Gesprek met prof. dr. Steven Callens, specialist infectieziekten aan het UZ Gent.
Tekst: Joris Hendrickx
Welke evoluties stelt u vast op het vlak van diagnostiek en behandelingen?
“Dankzij nieuwe behandelingen kunnen we hiv beter onderdrukken, waardoor mensen met hiv ouder worden dan voorheen. Hoe vroeger we bovendien de diagnose kunnen stellen, hoe beter we eventuele complicaties op lange termijn kunnen vermijden.”
“Gelukkig worden steeds meer mensen met hiv in een vroegtijdig stadium gediagnosticeerd. Hun levensverwachting komt hierdoor steeds dichter in de buurt van een normale levensverwachting.”
Zijn mensen met hiv dan terug volledig gezond?
“Ook al is het virus volledig onderdrukt, toch kan het nog een ontsteking veroorzaken in het bloed en in de bloedvaten. Voor mensen die langdurig geïnfecteerd zijn met hiv, is een gezonde levensstijl zeer belangrijk. Ze kampen namelijk al op jongere leeftijd met ouderdomsziekten. Iemand die leeft met hiv wordt daarom regelmatig opgevolgd.”
“Binnen die opvolging kijken we steeds naar bepaalde chronische aandoeningen, zoals nierlijden, diabetes, cardiovasculaire aandoeningen, botaandoeningen, hypercholesterolemie, enz. We willen deze zo snel mogelijk detecteren, zodat we ze ook zo snel mogelijk kunnen behandelen.”
“Daarnaast zetten we mensen met hiv aan om een gezonde levensstijl aan te nemen, wat zeker niet altijd gemakkelijk is. Stoppen met roken is enorm belangrijk, want dat vermindert het risico op chronische aandoeningen aanzienlijk.”
Wat zijn de gevolgen voor mensen die seropositief zijn?
“Omdat mensen met hiv sneller te maken krijgen met ouderdomsziekten, moeten we al op jongere leeftijd bepaalde medicijnen toevoegen aan de hiv-medicatie. Er kunnen echter interacties (en dus ook bijwerkingen) optreden tussen de verschillende groepen van medicijnen. Dat maakt het soms zeer complex.”
Omdat mensen met hiv sneller te maken krijgen met ouderdomsziekten, moeten we al op jongere leeftijd bepaalde medicijnen toevoegen aan de hiv-medicatie.
“Daarnaast moeten we heel beducht zijn voor het intreden van kwetsbaarheid. Als gevolg van de snellere veroudering worden mensen met hiv immers minder mobiel en verliezen ze spierkracht.”
“Ook op neurologisch vlak kunnen ze sneller achteruit gaan, waardoor hun dagelijks functioneren moeilijker wordt. Gezien de steeds ouder wordende populatie zijn we ons hier volop op aan het voorbereiden.”
Hoe kunnen we hier een antwoord op bieden?
“In de toekomst zullen we evolueren naar multidisciplinaire teams. De eerstelijnszorg is vaak goed geplaatst om de verschillende ouderdomsaandoeningen aan te pakken, maar ook geriaters kunnen de omkadering rond die kwetsbaarheid mee verzekeren. Zo’n multidisciplinariteit zal de komende jaren alsmaar belangrijker worden.”
“Dat kan op verschillende manieren worden ingevuld. De hiv-arts en infectioloog kunnen voor de gespecialiseerde zorg binnen het ziekenhuis een aanspreekpunt zijn en het overzicht over het dossier bewaren.”
“Daarnaast moet er een nauwe samenspraak zijn met de eerste lijn. Een jonge, stabiele persoon met hiv die behandeld wordt met antiretrovirale therapie, komt nauwelijks in contact met een huisarts en ziet slechts hooguit twee keer per jaar de hiv-arts.”
“Wanneer in de komende jaren het aantal ouderdomsaandoeningen bij hiv-positieven toeneemt, zal die interactie uiteraard belangrijker worden.”
Wat blijven de belangrijkste noden van personen met hiv?
“Bij hen is er vooral veel vraag naar een verbetering van de zorg. Die moet nog meer uniform worden, zodat alle personen met hiv toegang krijgen tot dezelfde soort zorg. Daarnaast is er een grote nood aan een verbetering van de levenskwaliteit van mensen die lang leven met hiv.”
“Vanuit patiëntenverenigingen gebeurt er alvast heel wat om lotgenoten in een netwerk te verzamelen en met elkaar in contact te brengen, zodat ze niet sociaal geïsoleerd raken.”
Het grote gevaar is nu dat men vanuit politieke hoek op basis van bepaalde cijfers gaat redeneren dat er niet meer zoveel middelen nodig zijn voor de behandeling van hiv
“De rol van die patiëntenverenigingen is zelfs cruciaal. Zo kunnen psychische en psychosociale problemen immers snel gedetecteerd en aangepakt worden.”
“Ook dat past uiteraard in de multidisciplinaire aanpak van hiv. Artsen focussen zich immers voornamelijk op het medische aspect en hebben vaak niet voldoende tijd om dieper in te gaan op het psychische en psychosociale aspect.”
Wat moeten nu de prioriteiten zijn?
“De prioriteit moet zijn om de zorg zo te organiseren dat de ouder wordende populatie het best kan worden geholpen en hun levenskwaliteit zo verder kan worden verbeterd. Mensen met hiv doen het nu vaak beter dan vroeger, waardoor het lijkt of ze minder zorg nodig hebben.”
“Het grote gevaar is nu dat men vanuit politieke hoek op basis van bepaalde cijfers gaat redeneren dat er niet meer zoveel middelen nodig zijn voor de behandeling van hiv. De investeringen die in het verleden zijn gedaan, hebben echter mee gezorgd voor deze positieve evolutie.”
“We beschikken vandaag over een goed systeem om patiënten te diagnosticeren en te behandelen. Deze goede zorg en opvolging moeten we kunnen blijven garanderen, zeker gezien de steeds ouder wordende hiv-populatie.”