Bijna de helft van de Belgen kampt met overgewicht, zo blijkt uit recent onderzoek van Sciensano. Zowat 18% van hen mag zelfs obees genoemd worden. Het is daarbij belangrijk dat patiënten beseffen dat dit een chronische ziekte is en niet zozeer een gevolg van een gebrek aan wilskracht of van een levensstijl. Professor dokter Bart Van der Schueren (endocrinoloog aan het UZ Leuven) legt uit.
© FOTO: MEDIAPLANET
Professor, waarom is het belangrijk om obesitas te erkennen als een chronische ziekte?
Omdat het dat is, méér dan een probleem van levensstijl. Je kunt het trouwens ook omkeren: er zijn veel mensen met een “slechte” levensstijl die toch niet dik worden. Het probleem is natuurlijk dat levensstijl wel een rol speelt bij obesitas: wie de hele dag chips eet en cola drinkt, zal allicht verdikken. Maar genetische aanleg is minstens zo belangrijk. Een ander probleem is dat je door die stigmatisering de verantwoordelijkheid 100% bij de patiënt legt. Waardoor die het zelf ook niet als een ziekte beschouwd en vaak veel te laat medische hulp zoekt. Dat is nefast. Als je 150 kilo weegt, haal je de overtollige kilo’s er niet meer af door enkel maar minder te eten en meer te bewegen, dat lukt dan niet meer.
Het probleem is dat ons metabolisme wel met een ondergrens qua gewicht rekening houdt, maar niet met een bovengrens.
Waarom is het zo moeilijk om gewicht te verliezen en dat gewichtsverlies vast te houden?
Omdat de mens een ingebouwd mechanisme heeft om geen gewicht te verliezen. Dat heeft van ons allicht ook de meest succesvolle soort ooit gemaakt op aarde. Gewichtsverlies is vaak immers een alarmsignaal dat er iets aan de hand is, dus ons lichaam doet er alles aan om dat te vermijden. Het probleem is dat ons metabolisme wel met een ondergrens qua gewicht rekening houdt, maar niet met een bovengrens. Dat maakt afvallen zo moeilijk. Veel van mijn patiënten zeggen dat het gemakkelijker is om te stoppen met roken dan om af te vallen. Ook al omdat je wel moet eten, roken moet je natuurlijk niet.
Hoe kunnen artsen helpen om het stigma uit de wereld te helpen?
Dat is heel belangrijk, want vandaag raadpleegt nauwelijks 5% van de obesitas-patiënten een dokter. Meestal vraagt men raad aan vrienden of vriendinnen of begint men op internet te zoeken, want “de dokter kan mij toch niet helpen”. De 5 A’s uit de verslavingshulp zijn bij het bestrijden van het stigma belangrijk: ask, assess, advice, agree en assist. De eerste stap is dat je de patiënt vraagt of hij of zij erover wil spreken. Je vraagt het hem letterlijk. De tweede stap is dat je onderzoekt: Vanwaar komt dit probleem? Is de suikerinname te hoog? Of begon een vrouw met de pil waardoor haar gewicht omhoogschiet? Of zijn er mentale oorzaken? De derde stap is advies geven, uiteraard in functie van het probleem. Dat kan al beginnen met simpelweg iemand door te verwijzen naar een bewegingscoach. De vierde stap is toestemming zoeken bij de patiënt. Als hij het niet ziet zitten, gebeurt het niet. Hij moet achter de behandeling staan. En als laatste moeten we de patiënt doorheen het hele zorgtraject assisteren en bijstaan.
Het is daarbij belangrijk dat patiënten beseffen dat dit een chronische ziekte is en niet zozeer een gevolg van een gebrek aan wilskracht of van een levensstijl.
Wat zou u zeggen aan een patiënt die zich ontmoedigd voelt of twijfelt om het gesprek met de arts aan te gaan?
Ik zou eerst en vooral uitleggen wat de onderliggende oorzaken zijn van obesitas. En dus duidelijk maken dat het wel degelijk om een ziekte gaat én dat er iets aan te doen is. Je moet als arts natuurlijk ook zo goed mogelijk de geschiedenis van je patiënt kennen om een gefundeerd advies te kunnen geven. De manier waarop obesitas behandeld wordt, is uiteraard ook enorm geëvolueerd tegenover vroeger. Onze inzichten zijn anders en onze behandelingen zijn anders, zoals anti-obesitas medicijnen. We proberen vandaag veel meer de root causes aan te pakken, in plaats van aan symptoombestrijding te doen. Tot slot denk ik dat ook het kader om obesitas te behandelen, nog veel beter kan. Om een idee te geven: nauwelijks een kwart van alle huisartsendossiers bevat een BMI. Het zorgsysteem zou dus nog veel beter uitgerust kunnen worden voor de mensen die het het meest nodig hebben.
| PP-TR-BE-0376 – May 2025
| RP: Eli Lilly Benelux – Markiesstraat 1/4B Rue du Marquis, 1000 Brussel/Bruxelles – Copyright 2025.