Chronische voedselintolerantie leidt vaak tot verteringsproblemen. Gaëlle Hick, diëtiste-voedingsdeskundige en licentiate in de biomedische wetenschappen, geeft ons tips om dat te vermijden.
Gaëlle Hick
Diëtiste-voedingsdeskundige en licentiate biomedische wetenschappen
Wat zijn de symptomen van chronische voedselintolerantie?
“Vooral darmstoornissen: een opgeblazen gevoel, krampen, winderigheid, diarree, constipatie en soms slijm in de stoelgang. Die intolerantie is vaak te wijten aan een enzymatische deficiëntie. De enzymen stellen het lichaam immers in staat om het voedsel ‘in stukjes te knippen’ tijdens het verteren, een beetje zoals een schaar, zodat het kan worden opgenomen in de darmen.”
“Als bij een patiënt bijvoorbeeld het enzym ontbreekt om lactose af te breken, zal de lactose gisten in de darm onder invloed van de daar aanwezige bacteriën.”
Wat is de impact daarvan op lange termijn?
“Een intolerantie is op zich niet erg voor het lichaam omdat ze het immuunsysteem niet aantast. Maar al die symptomen kunnen de patiënt wel veel ongemak bezorgen. Er moet een goed onderscheid worden gemaakt tussen een intolerantie en een voedselallergie: dan wordt het immuunsysteem aangetast, met vaak ernstige gevolgen.”
Er moet een goed onderscheid worden gemaakt tussen een voedselintolerantie en een voedselallergie.
Welke oplossingen stelt u voor?
“Eerst en vooral moet worden vastgesteld welke voedselintolerantie de patiënt heeft. Dat kan gebeuren door een huisarts, een diëtist, een specialist die tests uitvoert, enz.”
“Dan zijn er twee oplossingen. Ofwel de probleemvoedingsmiddelen vermijden, maar dat verstoort het evenwicht van de voeding. Ofwel een enzymtherapie volgen, die de enzymen aanbrengt die het lichaam niet van nature kan aanmaken.”
“Dankzij de inname van die exogene enzymen kan de patiënt alles blijven eten. Bovendien zijn ze geschikt voor iedereen. De getroffen patiënten moeten ze langdurig innemen en telkens wanneer ze van plan zijn om het voedingsmiddel in kwestie te eten.”