Van preventie tot behandeling kunnen deze middelen levens redden, mits ze zo doeltreffend mogelijk worden gebruikt.
Nu de lockdownmaatregelen zijn opgeheven en velen zich weer ‘vrij’ voelen, verwachten de overheden dat het aantal SARS-CoV-2-infecties in de herfst en de winter weer zal stijgen. Er bestaan nieuwe vaccins, die specifiek gericht zijn tegen de omicronvariant. Ook wordt gezocht naar een ‘universeel’ vaccin.
Volgens dr. Bharati Shivalkar, Country Medical Director Belgium-Luxembourg bij Pfizer, “wijzen de gegevens erop dat een volledig vaccinatieschema (booster inbegrepen) met mRNA-vaccins van de eerste generatie, die dus zijn ontwikkeld uitgaande van de oorspronkelijke virusstam, nog altijd goed beschermt tegen een ernstige COVID-19 en ziekenhuisopname.
Dat is cruciaal, niet alleen om sterfgevallen te vermijden, maar ook om de druk op de gezondheidszorgsector te verlichten. Volgens een recente studie in The Lancet heeft vaccinatie tegen COVID-19 wereldwijd bijna 20 miljoen sterfgevallen voorkomen.”
Snel optreden van mutaties
Maar bij een minder ernstig ziektebeeld lijkt de werkzaamheid van de eerste vaccins op virussen met nieuwe mutaties te variëren. “Het SARS-CoV-2 ontwikkelt mutaties met de snelheid van een Formule 1-wagen. We volgen de evolutie op de voet en lanceren parallel daarmee verschillende studies. We hebben nu het geluk dat de mRNA-technologie vrij gemakkelijk kan worden aangepast aan nieuwe varianten zoals de omicronvariant. Het uiteindelijke doel is uiteraard een vaccin dat een brede en langdurige bescherming biedt tegen alle mogelijke varianten.”
Preventie
Preventie stoelt op vaccinatie en op vrij eenvoudige maatregelen: handen wassen, afstand houden en een mondmasker dragen. Ook al dreig je zelf misschien niet ernstig ziek te worden, de persoon naast je loopt misschien wel risico. “Mensen met een verminderde immuniteit lopen uiteraard een hoger risico, bv. patiënten die geneesmiddelen krijgen die het immuunsysteem verzwakken, bij de behandeling van reumatoïde artritis of kanker.
Maar er zijn ook andere risicogroepen zoals bejaarden en patiënten met aandoeningen zoals hart- en vaataandoeningen, longziekten en obesitas. In België zou het gaan om ongeveer 3,5 miljoen mensen.”
Behandelingen toegediend in het ziekenhuis
Dr. Bharati Shivalkar legt uit dat “de wetenschappelijke wereld vanaf het begin van de coronapandemie heeft gezocht naar al bestaande of vernieuwende therapeutische oplossingen. In aanvulling op vaccinatie zijn behandelingen nodig om een endemische toestand te bewerkstelligen (d.w.z. een toestand waarin nieuwe infecties stabieler en voorspelbaar blijven of beperkt blijven tot bepaalde geografische zones) op lange termijn en om een ernstig ziektebeeld, ziekenhuisopname en long COVID te vermijden bij infectie met nieuwe varianten van het SARS-CoV-2.”
Er bestaan momenteel verschillende geneesmiddelen die gericht zijn tegen het SARS-CoV-2 zelf en die het aantal ziekenhuisopnames verlagen en levens kunnen redden. “We beschikken nu over geneesmiddelen die in het ziekenhuis intraveneus of intramusculair worden toegediend, meer bepaald synthetische antistoffen, monoklonale antistoffen genoemd. Ze zijn gericht tegen het stekeleiwit van het SARS-CoV-2. Die antistoffen binden zich aan het stekeleiwit, zodat het virus niet in de cellen kan dringen en zich er niet kan vermenigvuldigen.”
Recente orale geneesmiddelen
De recentere orale geneesmiddelen, ‘Covid-pillen’ genoemd, kunnen thuis worden ingenomen. Ze behoren tot de klasse van de ‘antivirale middelen’ en verhinderen de vermenigvuldiging van het virus. De behandeling moet echter binnen 5 dagen na de eerste symptomen worden gestart. Dat veronderstelt een snelle diagnose en een snelle behandeling.
In België mogen enkel specialisten die geneesmiddelen voorschrijven aan een beperkte groep van zwaar immunogedeprimeerde patiënten, die een ‘hoog risico’ lopen.
Van preventie tot behandeling, er bestaan dus waardevolle aanvullende middelen in de strijd tegen COVID-19. Het is aan ons allen om ervoor te zorgen dat ze zo efficiënt mogelijk worden ingezet.
Artikel geschreven op verzoek van Pfizer (september 2022 – 220909).