Het potentieel van digital health om onze gezondheidszorg te verbeteren, is gigantisch. Maar goud ontgint zichzelf niet. Wie rond zich kijkt, ziet dat digitale toepassingen slechts mondjesmaat ingang vinden in de praktijk. Dat komt onder meer omdat we onze gezondheidszorg vandaag nog op quasi dezelfde manier organiseren als een halve eeuw geleden. “Hoog tijd dat we met zijn allen anders leren denken in de gezondheidszorg”, zegt Steven Vandeput van beMedTech. “Want de patiënt verdient beter.”
‘Haal dit medicament op bij de apotheek en neem twee weken lang elke ochtend een pilletje voor het eten. Als je daarna nog niet beter bent, kom dan eens terug’, rondt de dokter de consultatie af. ‘Wil je graag een papieren bewijs van het voorschrift voor de apotheek?’
‘Ik ben mee met mijn tijd’, lacht de patiënt. ‘Ik gebruik al maanden een app om mijn geneesmiddelen te reserveren en af te halen bij de apotheek. Geen papier meer voor mij!’
“Bovenstaande situatieschets is een voorbeeld van de zogenoemde ‘dematerialisatie’ van het voorschrift, waardoor patiënten die dat willen hun medicatie vandaag papierloos kunnen a alen bij de apotheker. Ze kunnen hun voorschriften ook zelf online beheren via één van de patiëntenkanalen. Artsen en apothekers van hun kant hebben minder papierwerk en dus meer tijd voor zorg en advies. Dankzij het digitale overzicht van alle voorschriften kunnen ze hun patiënten bovendien béter advies geven. Hoera, digital health is in het land? Ja… en toch ook een belangrijke neen. Sommige processen in de gezondheidszorg, zoals de hele werking rond voorschriften, zijn vandaag al slim gedigitaliseerd. Dat is inderdaad een stap vooruit. Maar er kan nog zoveel meer, zowel op het vlak van de outcome van zorg als op de weg ernaartoe.”
‘Beter’ en ‘beter’ is twee
“Neem de verwachte outcome uit het voorbeeld van daarnet: ‘beter’. Maar wat is ‘beter’? Vanuit een binaire kijk op gezondheid lijkt het antwoord op die vraag logisch: je hebt ‘ziek’ en ‘gezond’, en de term ‘beter’ staat synoniem voor gezond. In veel gevallen is het echter niet zo zwart-wit. ‘Beter’ staat voor iets daartussenin en kan bovendien iets anders betekenen voor de patiënt dan voor de zorgverlener. Om nog maar te zwijgen over de verschillen tussen patiënten onderling. Neem de weg naar de outcome uit het voorbeeld van daarnet. De patiënt krijgt medicatie en moet na twee weken de impact van de behandeling evalueren: geslaagd of niet. Maar wat als hij of zij al na vijf dagen ‘beter’ is? Misschien is medicatie dan niet meer nodig. Of wat als het na een week de verkeerde kant uitgaat? Misschien is tussentijds bijsturen dan noodzakelijk om erger te voorkomen.”
Hoe ingenieus een oplossing ook is, ze wordt niet vanzelf omarmd. Dat brengt ons bij dé uitdaging van het moment: innovatie ingang laten vinden in de praktijk.
Waar wachten we op?
“Het goede nieuws is dat er vandaag verschillende tools bestaan om het… beter aan te pakken. Dan hebben we het over technologische oplossingen (medische apps, platformen voor telemonitoring,…) waarmee zorgverleners hun patiënten vanop afstand kunnen monitoren, patiënten hun therapie thuis zelf kunnen opvolgen, patiënten en zorgverleners continu met elkaar kunnen communiceren in plaats van enkel tijdens een afspraak, enz. Maar dan hebben we het ook over vernieuwende zorgmodellen – denk maar aan value-based healthcare – die ons helpen om zorgkeuzes af te stemmen op outcomes die een patiënt belangrijk vindt, niet op wat de zorgsector dénkt dat die patiënt belangrijk vindt.” “Die verschillende tools helpen om patiënten een zorgervaring op maat te bieden. Waar wachten we dan op om ze op grote schaal in te zetten? Dat brengt ons bij misschien wel dé uitdaging van het moment: innovatie ingang laten vinden in de praktijk. Hoe ingenieus een oplossing ook is, ze wordt niet vanzelf omarmd. Er is een klimaat nodig dat het gebruik van innovatieve tools stimuleert, dat gebruikers – patiënten en zorgverleners – de ruimte geeft om er beredeneerd mee te experimenteren en dat in de juiste incentives voorziet voor oplossingen met een meerwaarde voor de zorg. Vandaag is dat klimaat er niet in ons land. Nog niet.”
Grenzen aan het systeem
“De organisatie en de fi nanciering van onze gezondheidszorg zijn nog grotendeels op dezelfde principes gestoeld als ruim een halve eeuw geleden, toen het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering werd opgericht. De merites ervan zijn enorm, niet in het minst op het vlak van toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg voor burgers. Maar het systeem botst op zijn limieten: het houdt geen rekening met verschillende soorten outcomes voor verschillende patienten, het kan de continue instroom aan innovatieve behandelingen niet voldoende snel evalueren, het beloont vooral kwantiteit in plaats van kwaliteit, het geeft zorgverleners en -instellingen te weinig ruimte om de zorg voor hun patiënten zelf te organiseren, enz. Toch zijn er hoopvolle signalen. Zo werd recent beslist om voor het eerst in ons land een medische app te vergoeden als een volwaardig onderdeel van een behandeling. Value-based healthcare en digital health staan hoog op de agenda in beleidskringen. En steeds meer zorgverleners, onderzoeksinstellingen en bedrijven slaan de handen in elkaar om samen te innoveren. Nu is het tijd om een versnelling hoger te schakelen, zodat we de patiënt de zorg kunnen bieden die hij of zij verdient.”